3. Ons onderwijs
Het onderwijs van iHub kent een breed onderwijsprogramma. Het accent ligt op betekenisvol en motiverend leren. ‘Leren door doen’ neemt een belangrijke plaats in. Wij streven ernaar om het lesprogramma gelijk te laten lopen met het reguliere onderwijs en aan te laten sluiten bij het vervolgonderwijs. Het onderwijs-leerklimaat richt zich zowel op het ondersteunen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling als op het stimuleren en ontwikkelen van de didactische vaardigheden. Het behalen van certificaten en/ of een diploma is daarbij het uitgangspunt.
3.1 Ontwikkelingsperspectief
Wanneer uw kind/pupil start bij ons op school wordt er binnen zes weken, in overleg met u en uw kind/pupil, een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. Hierin staat waar we gezamenlijk naartoe werken, welke onderwijsdoelen uw kind/pupil kan behalen en wat het verwachte uitstroomniveau is. Dit OPP biedt de school de mogelijkheid planmatig en doelgericht vorm te geven aan het onderwijsprogramma van uw kind/pupil d.m.v. leerlijnen. Deze leerlijnen worden regelmatig geëvalueerd. Het volledige OPP wordt eenmaal per jaar geëvalueerd en bijgesteld. Wij proberen zoveel mogelijk onderwijs op maat aan te bieden. Op basis van zowel methode gebonden als methode onafhankelijke toetsen, externe onderzoeken en gesprekken met leerling en ouder(s)/opvoeder(s), wordt er gekeken naar de mogelijkheden van de leerling. Minimaal tweemaal per jaar worden de vorderingen die uw kind/pupil maakt binnen de Commissie voor Begeleiding (CvB) besproken.
3.2 Leerstofaanbod
Het onderwijsaanbod van iHub onderwijs voldoet aan de kerndoelen zoals deze door de overheid zijn omschreven. Drie keer per jaar ontvangt uw kind/pupil k een overzicht van zijn/haar resultaten in een digitaal rapport. Het rapport wordt met u als ouder(s)/opvoeder(s) en de leerling zelf besproken tijdens de rapportavond. Ons onderwijsaanbod richt zich op de volgende uitstroombestemmingen: mbo, Hbo en universiteit. We bieden leerlingen de mogelijkheid deel te nemen aan het staatsexamen op de niveaus: vmbo-tl, havo of vwo. Opleidingsniveau
- Vmbo-tl-aanbod binnen de school is: Zorg en Welzijn, Economie, Techniek en Groen
- Havo-aanbod binnen de school is: Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek
- Vwo-aanbod binnen de school is: Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek
Boeken
Wij werken met het Boekenfonds van Van Dijk. Ouder(s)/opvoeder(s) ontvangen een brief over de start van het schooljaar waarin de informatie hierover verstrekt wordt. Loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB)
Jongeren moeten al vroeg in hun leven belangrijke keuzes maken als het gaat om hun loopbaan. Om hen hier goed in te begeleiden is het vak LOB ontwikkeld. LOB staat voor loopbaanoriëntatie- en begeleiding en is onderdeel van ons onderwijsprogramma; deels als vak op het rooster en daarnaast als rode draad binnen het gehele programma.
Maatschappelijk stage
Komend schooljaar zullen de leerlingen van 4 vmbo-tl een maatschappelijke stage lopen. Een maatschappelijke stage is een stage voor scholieren waarbij ze onbetaald vrijwilligerswerk doen om kennis te maken met het dragen van verantwoordelijkheid voor maatschappelijke belangen.
Stage
De leerlingen van 4 vmbo-tl, 5 havo en 6 vwo kunnen in overleg stage lopen. Het hoofddoel is leerlingen tijdens hun schooltijd kennis laten maken met de samenleving en daaraan een onbetaalde bijdrage leveren. Een stage in de directe leef-, en woonwereld geniet de voorkeur. De leerlingen kunnen op maat een aantal uren stage lopen. De school monitort met de leerling en de stage aanbieder de inhoud van de stage. Burgerschapsonderwijs Om te voldoen aan de wettelijke eisen van actief burgerschap en sociale integratie, besteedt de school aandacht aan deze onderwerpen tijdens vakken als LOB en maatschappijleer. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving. Burgerschapsonderwijs zit bovendien verweven in ons aanbod voor sociaal- emotionele ontwikkeling.
3.3 Onderwijsresultaten
Gedurende de hele schoolloopbaan van uw kind/pupil worden er zogeheten onderwijsopbrengsten verzameld, gegevens op het gebied van zijn/haar didactische en emotionele ontwikkeling. Daarnaast volgt iHub onderwijs leerlingen tot twee jaar na het vertrek van school om na te gaan of de leerling op de juiste (vervolg)plek zit en om te beoordelen of de gekozen aanpak succesvol is gebleken.
Leerlingvolgsysteem Leerresultaten op didactisch gebied worden bijgehouden in het leerlingvolgsysteem Somtoday. Ouder(s) en/of opvoeder(s) én leerlingen kunnen dagelijks de vorderingen zien in dit digitale leerlingplatform. Verder wordt de sociaal emotionele vordering bijgehouden in ZIEN!VO. De doelen worden met ouder(s)/opvoeder(s) en leerlingen besproken tijdens het OPP-gesprek.
3.4 Opbrengsten en analyse (schooljaar 2022-2023)
1. Diploma’s en/of certificaten per vak
Volledige diploma's behaald per leerroute:
Analyse: Het daadwerkelijke slagingspercentage van onze school ligt ver boven de schoolnorm. Hier zijn we trots op. Wat de inzet beloond is het totale slagingspercentage wat van 67% naar 94% is gestegen.
Acties: Vorig schooljaar zijn er twee collega’s geschoold tot hoogbegaafdheidspecialist. Er is een hoogbegaafdheidsplan opgesteld, wat dit schooljaar geïmplementeerd wordt. Een concreet voorbeeld is de opzet van het HB-café voor ouder(s)/opvoeder(s) en de peergroep en de talentprojecten via Bureau Talent voor de leerlingen.
Verder zijn er verschillende collega’s die een autisme training hebben gevolgd. Ook hiervoor zal dit schooljaar weer aandacht zijn. Een concreet voorbeeld hiervan is dat alle brieven over klassen activiteiten autisme-proef worden gemaakt en team-coaching op het gebied van autisme.
Behaalde (deel)certificaten:
Analyse: Het valt op dat sommige leerlingen op het Kesper College gezien hun sociale emotionele ontwikkeling en psychiatrische problematiek langer over hun onderwijs carrière doen. Het Kesper College heeft besloten leerlingen de gelegenheid te bieden de vakken maatschappijleer en het profielwerkstuk eerder af te sluiten. Dit vergroot de belastbaarheid in het examenjaar, wat de slagingskans vergroot.
Hiernaast zijn er leerlingen die een behandeltraject volgen bij externe instellingen, waardoor zij het aangeboden arrangement niet binnen de gestelde tijd kunnen halen. Dat vraagt van de school dat leerlingen via een langere en soms alternatieve route hun onderwijsdoel halen. Dit verklaart waarom er voor sommige vakken een certificaat behaald is.
Acties: Vorig jaar is het EDI-model geïmplementeerd. Dit draagt bij aan eenduidige instructie en lesopbouw in de school. Dit schooljaar wordt dit gecontinueerd. De huiswerkbegeleiding draagt bij aan een betere resultaten. Ook de individuele hulp op executieve functies en de bijles wiskunde zorgen voor betere resultaten. Waar vorig jaar beide onderdelen onder begeleiding van een externe partij werden aangeboden, zijn er dit schooljaar vaste begeleiders vanuit school die het proces bewaken.
2. Sociale en maatschappelijke competenties: Uitslagen ZIEN!VO
Resultaten van sociaal-emotionele competenties op basis van Zien!vo:
De gegevens die we gebruiken voor onderstaande analyse halen wij uit de ZIEN! VO-resultaten. De vragenlijsten zijn door docenten en leerlingen ingevuld. We baseren dit op de meting van april/mei 2023. Er zijn in totaal 330 vragenlijsten ingevuld (waarvan 119 leerlingen en 211 door docenten/mentoren). Dit zijn leerlingen van de onderbouw, bovenbouw en van de OZA-klassen. De leerlingen van het Contactteam hebben we buiten de analyse gelaten, omdat deze leerlingen geen onderwijs volgen op locatie en de vragenlijsten dus een ander beeld meten dan de rest van onze populatie. Opgemerkt dient te worden dat voor enkele klassen de resultaten op een beperkt aantal ingevulde vragenlijsten is gebaseerd en de resultaten daarom op klassenniveau met voorzichtigheid geïnterpreteerd dienen te worden. Daarom baseren wij ons hieronder voornamelijk op gemiddelde uitkomsten bij de onder- en bovenbouw.
Onze norm voor de onderbouw is dat we bij 75% of meer een gemiddelde score van ≥ 2,6 nastreven. Voor de bovenbouw is dit ≥ 3,0. Daarbij kunnen we geen gegevens uitdraaien van onze norm van ≥ 2,6, dat laat het ZIEN! VO-programma niet toe. Daarom baseren we ons voor de onderbouw op gegevens van een score van ≥ 3,0. Voor de onderbouwleerlingen is dit wel de score waar we met alle leerlingen naar toe willen richting de bovenbouw. Maar dit kan dus een vertekend negatief beeld geven voor de onderbouwgegevens.
Voor schooljaar 2022-2023 blijkt uit de gemiddelde klassenscores dat per graadmeter we in de onderbouw aan onze norm voldoen, namelijk dat 75% een score van ≥ 2,6 scoort (docenten 91,4% en leerlingen 96,3%). In de bovenbouw streven we naar een score van 3 of hoger, voor minimaal 75% van de scores. In 2023 beoordeelt 79,9% van de leerlingen zichzelf gemiddeld per graadmeter met een score van 3,0 of hoger. De docenten beoordelen dit iets onder onze norm, namelijk met 70,1%.
Geen enkele klas wordt door de docenten of leerlingen gescoord onder een score van 2.0 bij het klassengemiddelde van de onderbouw (over alle graadmeters). Bij de bovenbouw is de laagste gemiddelde score die door de docenten en leerlingen wordt gegeven voor een klas 1.7.
Graadmeters
De volgende graadmeters worden allen als zeer goed beoordeeld, zowel door leerlingen als door docenten: ‘Digitale vaardigheden’, ‘Aantasting veiligheid’, ‘Veiligheidsbeleving’, ‘Relatie docent’, ‘Sociale autonomie’ (behalve docenten bovenbouw).
In de prestatieanalyse van 2021-2022 werden de graadmeters ‘Zelfvertrouwen’, 'Betrokkenheid’, ‘Sociaal Initiatief’, ‘Aanpakgedrag’ en ‘Creativiteit' als aandachtspunten benoemd. Deze komen in de huidige analyse ook naar voren. Naast die graadmeters valt ook de graadmeter ‘Sociale Flexibiliteit’ op. Deze scores hebben we hieronder weergegeven in een tabel en zullen we uitgebreider bij stilstaan.
Tabel 1. Bovenstaande tabel geeft de scores weer in percentages. Dit is het percentage leerlingen dat een score krijgt of zichzelf geeft ≥ 3.
1) Zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen is in de huidige prestatieanalyse opnieuw een groot aandachtspunt, aangezien we hierbij ver onder onze schoolnorm scoren met scores rond de 50% behaalde scores boven de 3 in plaats van rond de 75%.
De verklaring die in de prestatieanalyse van 2020-2021 en 2021-2022 is ook op de huidige situatie van toepassing: “Rond de middelbare schoolleeftijd is de zelfreflectie zich intensief aan het ontwikkelen, waardoor dit thema sterk naar voren komt in deze leeftijdsfase. De ‘rugzak’ die leerlingen op het Kesper College aan levenservaring meenemen, beïnvloedt door belemmeringen vanuit een stoornis, schoolwisselingen en een zoektocht naar de juiste hulpverlening, maakt dat er extra aandacht moet zijn voor dit thema.” Het is een blijvend aandachtspunt. Afgelopen schooljaar is er een PM-loket (pedagogisch medewerker punt) opgestart, om leerlingen meer sociaal emotionele ondersteuning te kunnen bieden. We verwachten dat dit komende analyse gaat blijken uit de scores. Echter zijn de scores ook passend bij de problematiek van onze doelgroep en zal het een blijvende uitdaging zijn.
2) Betrokkenheid
In de prestatieanalyses van 2020-2021 tot nu is ‘Betrokkenheid’ een aandachtspunt. Mogelijk hangt dit samen met de corona-periode wat grote impact heeft gehad op de leerlingen. Dit schooljaar scoren leerlingen zichzelf aanzienlijk vaker boven de normscore dan docenten, maar beide halen de normscore niet. Door de Covey methodiek te blijven hanteren, hopen wij de betrokkenheid te blijven activeren. Daarbij maken we een kwaliteitsslag in de handelingsplannen en de manier waarop we leerlingen hierbij betrekken. Door kleine haalbare doelen te stellen, hopen we de succeservaringen bij de leerlingen te vergroten en hun kijk of hun eigen kwaliteiten te laten verbeteren.
3) Sociaal initiatief
Opvallend is dat docenten beoordelen dat de leerlingen onder de norm presteren op de graadmeter ‘Sociaal Initiatief’. De scores van de leerlingen zijn hoger dan de scores die de docenten de leerlingen geven . In de onderbouw geven leerlingen zichzelf scores boven de gestelde norm. Een verklaring voor een meer negatieve blik van docenten t.o.v. leerlingen op het functioneren van leerling is mogelijk dat leerlingen in het VSO hun schoolgenoten als normgroep zullen zien. Docenten hebben een bredere blik, waardoor deze bias minder sterk is. Een verklaring voor de laagste score door docenten in de bovenbouw, is dat deze docenten het meest verwachten op het gebied van vragen om hulp. Leerlingen krijgen meer regie door het veranderende systeem van vakkenpakketten en worden verwacht hiernaar te handelen. Bij sociaal initiatief gaat het ook om positief communiceren. Door een meer helder pedagogisch beleid neer te hebben gezet met duidelijke kaders en grenzen en een rustlokaal in te richten, verwachten we meer veiligheid en rust te creëren in de klassensetting, wat zal bijdragen aan hogere scores op dit gebied.
4) Aanpakgedrag
Schoolbreed wordt gezien dat er lager wordt gescoord op aanpakgedrag. Dit is een trend die eerdere jaren ook naar voren kwam. Als school starten we schooljaar 2023-2024 met een nieuwe methodiek voor studievaardigheden, om deze vaardigheden te verbeteren. Leerlingen leren op deze manier zo planmatig, methodisch en zelfstandig mogelijk, taken uit te voeren en hierbij zo nodig hulp te vragen. Het doel is het versterken van de zelfstandigheid en eigen regie van de leerling.
5) Creativiteit
Opvallend is dat leerlingen in de onderbouw zichzelf veel vaker een hogere score geven op ‘Creativiteit’ dan de docenten of in de bovenbouw. Het komen tot oplossingen wordt door de docenten meer ondersteunt in de onderbouw, waardoor leerlingen dit mogelijk beter beoordelen dan in de bovenbouw. Met de ontwikkelde sociale leerlijn en de komst van LOB als vak vorig schooljaar, verwachten we dat deze scores de komende jaren positief zullen toenemen.
6) Sociale flexibiliteit
Wat betreft de ‘Sociale Flexibiliteit’ valt op dat de leerlingen van zowel de onder- als bovenbouw zichzelf gemiddeld hoger scoren dan dat de docenten dit doen. Hierbij gaat het om rekening houden met de ander, positief samenwerken, hulp aanvaarden van een ander en op veranderende sociale situaties ingaan. Wellicht is de verwachting van de docenten hierbij te hoog voor wat betreft de doelgroep. In schooljaar 2023-2024 staan meerdere studiedagen gepland, bijvoorbeeld over autisme en motivatie. We hopen hiermee de docenten met kennis te geven over de doelgroep. Wellicht maakt dit dat er een reëel verwachting ontstaat bij docenten en dus ook meer gelijke scores met de leerlingen in de toekomst.
3. Uitstroombestemmingen (schooljaar 2022-2023)
Uitstroombestemmingen:
4. Uitstroom t.o.v. OPP
Aantal leerlingen:
Analyse:
De leerlingenpopulatie van het Kesper College kenmerkt zich door internaliserende problematiek. Er is in verhouding een grote groep thuiswerkende leerlingen en leerlingen in de OnderwijsZorgAfdeling. De weg die deze leerlingen afleggen om tot leren en tot schoolopbouw te komen is vaak lang. Er is een aanmerkelijk percentage leerlingen die op een hoger niveau instromen, in een proces belanden waarbij therapie noodzakelijk is. In dit proces blijkt de belastbaarheid van de leerling laag te zijn, waarbij het soms nodig is om langer over het onderwijs te doen. Dit kan tot gevolg hebben dat zij afschalen in niveau, zodat zij toch een diploma kunnen behalen in minder tijd. Tot deze groep leerlingen horen ook de enkele leerling, waarbij zorg vooropstaat en waarbij er een onderwijsvrijstelling afgegeven wordt of de leerling uitstroomt naar dagbesteding of arbeid.
Acties:
In onze school staat de leerling centraal. In de Commissie van Begeleiding wordt het traject van de leerling gemonitord. Maximaal twee jaar voor de uitstroom wordt zo nodig een niveau aanpassing gedaan, wat wij hebben meegenomen in het bepalen van de opbrengsten. Deze actie zetten we door in komend schooljaar.
5. Veiligheidsbeleving
Analyse van de resultaten:
Het leerklimaat op het Kesper College is op nagenoeg alle schalen gelijk aan zowel de vorige meting als de referentiegroep. De leerlingen zijn allereerst tevreden over de ondersteuning die zij krijgen van de docent; zij zijn het meest tevreden over de hulp die de docent aanbiedt als de leerling iets moeilijk vindt. Leerlingen ervaren in enige mate verstorend gedrag, hoewel niet meer/minder t.o.v. de vorige meting of de referentiegroep. Binnen deze schaal komen schelden en lawaai maken in de klas naar voren als meest verstorend. Leerlingen geven verder aan dat klasgenoten aardig doen tegen hen in de klas (groepsdynamiek) en dat zij enigszins goed kunnen werken in de klas (leeratmosfeer), hoewel zij op de stelling ‘Als de docent iets aan ons uitlegt zijn de leerlingen rustig’ gemiddeld neutraal antwoorden (score3,0). Ook over de groei zijn leerlingen tevreden, waarbij ze onder andere aangeven dat ze dingen leren op school en dat was ze leren nieuw is.
Wat betreft de regels en normen zijn leerlingen iets minder positief dan de vorige meting. De stelling ‘De docent heeft respect voor ons’ scoort binnen deze schaal het hoogst (4,2 )en ‘Iedereen houdt zich aan de regels’ het laagst (2,9). Leerlingen zijn daarnaast positief over de eigen fysieke veiligheid, waarbij ze zich met name veilig voelen op de gang en ze aangeven niet bedreigd te worden op school.
Tot slot is ook de ouderbetrokkenheid volgens de leerlingen even hoog als de vorige meting, waarde stellingen ‘(Eén van) mijn ouders vragen hoe het gaat op school’ en ‘(Eén van) mijn ouders vinden het fijn dat ik op school zit’ het hoogst scoren binnen deze schaal (4,5en4,7).
Aanbevelingen uit het leerklimaatonderzoek:
Over het algemeen is het leerklimaat van Kesper College erg stabiel. Vergeleken met de vorige meting, die plaats vond in het begin van schooljaar 2022-2023, is er in de beleving van leerlingen in het leerklimaat nauwelijks iets veranderd. Dat is een positieve uitkomst en betekent dat Kesper College de resultaten door het jaar heen heeft weten te behouden. Daarnaast zijn alle schaalscores gelijk aan die van de referentiegroep. Ten op zicht van de vorige meting is er enkel op de schaal regels en normen een klein negatief verschil te zien. De leerlingen beoordelen daarnaast de losse onderdelen van het leerklimaat met een voldoende tot ruim voldoende, behalve voor Hoe de klas eruitziet (5,8).
Omdat de ervaring van leerlingen met betrekking tot het klaslokaal al voor langere tijd een aandachtspunt is en het in meerdere rapporten terug is gekomen, is het belangrijk om deze knelpunten om te zetten in acties. Het best in samenwerking met de leerlingen. De klassen waar leerlingen sinds de vorige meting ontevreden over zijn en waar geen positieve verandering heeft plaatsgevonden, zijn: 2A (hoewel op veel andere onderdelen wel vooruitgang is geboekt), 3A, 3C, 4B, 5 en Trajectklas. Het is belangrijk dat de klas (inrichting) het onderwijs ondersteunt; dat het lokaal zo ingericht is dat het leerlingen stimuleert om te leren. Naast bijvoorbeeld de grootte van de ruimte (wat lastig is te veranderen), kan ook de tafelindeling, netheid, (educatieve) versieringen gebruik van planten en kleur invloed hebben op het leerproces en de ervaring van het leerklimaat algemeen.
Daarnaast vraagt het verstorende gedrag in de klas enigszins aandacht. Leerlingen van Kesper College ervaren gemiddeld niet meer verstorend gedrag dan de vorige meting of de referentiegroep, maar de thema’s schelden en lawaai maken vallen binnen de verstorend gedrag-schaal wel op. Hoewel het schelden en lawaai maken volgens de resultaten geen invloed lijkt te hebben op andere factoren van het leerklimaat (zoals groepsdynamiek en leeratmosfeer), is het wel een punt waar de locatie naar kan kijken.
Tot slot wordt aanbevolen om de resultaten per klas te bekijken en terug te koppelen naar de medewerkers en leerlingen. Als leerlingen ook betrokken worden bij (het bedenken van) eventuele oplossingen, is de uitkomst meer op maat en heeft het een grotere kans van slagen. Ook voor de motivatie om deel te nemen aan onderzoeken het gevoel hebben dat er iets wordt gedaan met de resultaten, is het belangrijk om in contact te blijven met leerlingen hierover. De intensiteit van dit contact is uiteraard afhankelijk van de resultaten per klas.
Acties: Veel zaken uit het onderzoek zijn te relateren aan onze huidige locatie. Al enige jaren zijn wij bezig om de renovatie en nieuwbouw te realiseren waardoor het leer en leefklimaat behoorlijk zal verbeteren. Dit jaren werken wij met een rustlokaal waarmee wij nog meer rust in de klassen creëren.
6. Doelen waaraan de school heeft gewerkt: 4 pijlers uit het locatiespecifieke deel van het schoolplan
De maatschappij en het onderwijs veranderen voortdurend. Het is belangrijk dat we als school aansluiten bij de ontwikkeling in de maatschappij. Hiertoe maakt elke school een schoolplan dat voor vier jaar richting geeft aan het onderwijs. Daaruit komt een jaarplan voort met de doelen van de school voor de duur van een schooljaar. Op basis van de uitkomsten van audits, resultaten en tevredenheidsonderzoeken wordt door het team gekozen op welke doelen we ons als team richten. Deze doelen zijn verwerkt in speerpunten en onderverdeeld in vier pijlers: Samen sterker, steeds specialistischer, steeds inclusiever en steeds beter onderwijs in een veilige en inspirerende omgeving. Het afgelopen jaar hebben we de volgende speerpunten opgepakt:
- Ouderbetrokkenheid vergroten.
- Goede samenwerking met reguliere voortgezet onderwijs scholen.
- Passend aanbod voor hoogbegaafde leerlingen.
- Het team wordt steeds specialistischer op het gebied van autisme spectrum stoornissen.
- Er wordt gedifferentieerd in lesstof en lesgegeven aan de hand van het EDI-model.
- We bieden alle leerlingen studievaardigheden aan om de executieve functies te verbeteren. Studievaardigheden worden ook binnen de huiswerkbegeleiding toegepast.
- Leerlingen lopen stage om zich voor te bereiden op de maatschappij.
We hebben diverse avonden voor ouder(s)/opvoeder(s) georganiseerd om de verbinding te zoeken en de ouderbetrokkenheid te vergroten. Er zijn een tweetal avonden over hoogbegaafdheid georganiseerd, een nieuwjaarsborrel, twee thema-avonden over studievaardigheden en een thema-avond over slaap. Ouder(s)/opvoeder(s) die betrokken zijn bij het onderwijs van hun kinderen leveren een belangrijke bijdrage aan de leerresultaten.
Afgelopen jaar hebben wij veel contact gehad met regulier onderwijs scholen binnen het samenwerkingsverband Midden Holland Rijnstreek. Er zijn een aantal symbiosen gestart en een aantal leerlingen hebben de overstap kunnen maken naar het regulier voortgezet onderwijs. We zien dit als mooie stappen in het vormgeven van inclusiever onderwijs.
De werkgroep EDI-model heeft mooie stappen gezet in de borging van het proces. De sturing vindt op individueel en groepsniveau plaats. Het open klimaat waarin vertrouwen in elkaar centraal staat zorgt voor mooie ontwikkelingen op lesgevend gebied waarin het gezamenlijke fundament steeds steviger wordt.
Op meerdere terreinen zijn er afgelopen jaar stappen gezet. Het stagebeleid is strak vormgegeven en meerdere leerlingen hebben een succesvolle stage gehad. De lessen studievaardigheden aan de hand van strategiekaarten zijn dit jaar geïntroduceerd met als doel de executieve functies van onze leerlingen te verbeteren. De studievaardigheidskaarten worden ook toegepast in de huiswerkbegeleiding en de individuele begeleiding. Het team is getraind door onze autisme experts en elk jaar sturen we actief op het vergroten van ons specialisme op het gebied van autisme communicatie.