3. Ons onderwijs

Het onderwijs van iHub kent een breed onderwijsprogramma. Het accent ligt op betekenisvol en motiverend leren. ‘Leren door doen’ neemt een belangrijke plaats in. Wij streven ernaar om het lesprogramma gelijk te laten lopen met het reguliere onderwijs en aan te laten sluiten bij het vervolgonderwijs. Het onderwijs-leerklimaat richt zich zowel op het ondersteunen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling als op het stimuleren en ontwikkelen van de didactische vaardigheden. Het uitstromen naar vervolgonderwijs en het behalen van certificaten en/ of een diploma is daarbij het uitgangspunt.

3.1 Ontwikkelingsperspectief

Wanneer uw kind start bij ons op school wordt er binnen zes weken in overleg met u een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) vastgesteld. Hierin staat waar we gezamenlijk naartoe werken, welke onderwijsdoelen uw kind kan behalen en wat het verwachte uitstroomniveau is. Dit OPP biedt de school de mogelijkheid planmatig en doelgericht vorm te geven aan het onderwijsprogramma van uw kind d.m.v. leerlijnen. Twee keer per jaar ontvangt uw kind een overzicht van zijn/haar resultaten en vaardigheden in gedrag en onderwijs in de Trotsbox. In november voeren wij de voortgangsgesprekken en in maart/april wordt het OPP geëvalueerd en met u besproken. Afhankelijk van de onderwijsbehoeften van iedere leerling zal hij/zij uitstromen naar regulier dan wel speciaal onderwijs. Dit bespreken wij met u tijdens de OPP-gesprekken in oktober en maart. Proces rondom het uitstroomperspectief en uitstroom van de leerlingen aan het einde van groep 8 In de OPP’s van leerlingen binnen groep 1 t/m groep 5 wordt een uitstroomperspectief genoteerd passend bij de schoolstandaard; het gemiddelde uitstroomperspectief van de school. In het OPP dat in groep 6 wordt geschreven, wordt het uitstroomperspectief opgesteld door de leerkracht en de CvB richting een uitstroom na groep 8. Het uitstroomperspectief wordt vastgesteld op basis van zowel methodegebonden als niet-methodegebonden toetsen, intelligentiegegevens (indien beschikbaar) en het algemene beeld vanuit de klas. Dit perspectief wordt met ouders tijdens de OPP-besprekingen in groep 6 en groep 7 besproken. Tijdens het OPP-gesprek in groep 7 voert de leerkracht met ouders een eerste verkennend gesprek over wensen en mogelijkheden na groep 8 bij het geplande uitstroomperspectief. In groep 8 worden de ouders tijdens een informatieve ouderavond in september geïnformeerd over de planning voor de schoolverlaters. de ouderavond is gepland op <datum volgt> (datum is onder voorbehoud).

3.2 Leerstofaanbod

Het onderwijsaanbod van iHub voldoet aan de kerndoelen zoals deze door de overheid zijn omschreven. Er staat onder andere omschreven welke lesinhoud aangeboden moet worden en wat leerlingen aan het eind van de basisschoolleeftijd moeten weten en kunnen. Daar waar nodig wordt de inhoud aangepast aan de mogelijkheden van de (individuele) leerling. Als dit voor uw kind geldt wordt dit uiteraard met u besproken.

Binnen de leerroutes wordt onderwijs gegeven in de volgende leergebieden:

  • Nederlandse taal
  • Engels
  • Rekenen/wiskunde
  • Oriëntatie op jezelf en de wereld
  • Kunstzinnige oriëntatie
  • Bewegingsonderwijs
  • Techniek
  • Zintuiglijke en motorische ontwikkeling
  • Sociaal emotionele ontwikkeling
  • Leren leren

Burgerschap en sociale integratie nemen in ons onderwijs een belangrijke plaats in. Dit betekent dat er binnen verschillende leergebieden aandacht wordt besteed aan de Nederlandse samenleving en cultuur, zodat uw kind leert hoe hij of zij kan participeren in onze samenleving en een bijdrage kan leveren aan onze maatschappij. Ons onderwijsaanbod richt zich op uitstroom naar een vervolgopleiding. Dit kan zijn terug naar een reguliere school of na het laatste jaar doorstromen naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Doordat wij ons onderwijs- en zorgaanbod op maat kunnen aanbieden haalt de school het maximale uit alle leerlingen.

3.3 Schoolondersteuningsprofiel

Alle iHub-scholen hebben een ondersteuningsplan waarin omschreven staat welke (extra) ondersteuning wij bieden. In deze paragraaf leest u een korte versie van de ondersteuning op onze school. Het volledige SOP vindt u op onze website.

Sterke punten in onze ondersteuning

De school heeft een duidelijke visie en een eenduidige, schoolbrede aanpak. We bieden een veilige leeromgeving voor de leerlingen en denken altijd in mogelijkheden om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling. We werken samen met ouders en zoeken de samenwerking met de zorg, mocht dit nodig zijn.

Grenzen aan onze ondersteuning

De school kan geen passend onderwijs voor een kind organiseren indien er sprake is van:

  • Psychiatrische problematiek waarbij behandeling voorliggend is;
  • Een leerling die behoefte heeft aan een kleinere onderwijssetting dan een klas met 14 leerlingen;
  • Een leerling met een verstandelijke beperking of extra medische dan wel fysieke ondersteuningsbehoefte;
  • Ouders die niet achter de onderwijsvisie van de school kunnen staan.
  • Voor (hoog) begaafdheid heeft de Gelinck School Oostvoorne geen programma.
  • Gezondheid: daar waar nodig organiseren we overleg met specialisten, zoals bijvoorbeeld een diabetes verpleegkundige.

> Basisondersteuning

De klassenaanpak is gericht op de aanpak waar de grootste groep leerlingen (gemiddeld 80%) baadt bij hebben. 15% van de groep behoeft extra ondersteuning (intensief arrangement) en 5% heeft een eigen plan van aanpak (zeer intensief arrangement).

Minimaal vier keer per jaar bespreekt het klassenteam de leerlingen met het CvB. Leerlingen in het (zeer) intensieve arrangement komen terug op het CvB overleg. Het plan van aanpak wordt ten minste na 6 weken geëvalueerd door het klassenteam en het CvB.

> Intensieve ondersteuning

Gedurende het schooljaar zorgen de gedragswetenschappers en de intern begeleider voor een overzicht per klas van de leerlingen met extra zorgbehoeften. De klassenaanpak is gericht op de aanpak waar de grootste groep leerlingen - gemiddeld 80% - baat bij hebben. 15% van de groep behoeft extra ondersteuning (intensief) en 5% worden benoemd als zorgleerlingen zeer intensief. Deze leerlingen met extra zorgbehoeften worden binnen het CvB besproken. Wanneer overgestapt wordt op een individueel plan van aanpak wordt dit plan in het CvB besproken. Wanneer breed overleg wenselijk is (met CvB én klassenteam) wordt hiervoor een zorgleerlingen-overleg ingezet. Ouder(s)/ opvoeder(s) worden over alle stappen ten minste geïnformeerd en veelal bij betrokken.

Wanneer we als school vermoeden dat we handelingsverlegen zullen raken dan wel zijn, betrekken we het samenwerkingsverband bij een casus. Hierna wordt veelal ook een MDO (multidisciplinair overleg) gepland met alle direct betrokkenen bij de leerling, waaronder de ouder(s)/ opvoeder(s).

Dit is ons aanbod voor leerlingen met ernstige lees-/spellingsproblemen en ernstige rekenproblemen: Op onze basisscholen wordt gewerkt met een dyslexieprotocol en een

dyscalculieprotocol. Elke basisschool heeft de deskundigheid om een complexe ondersteuningsvraag op het gebied van lezen en rekenen te analyseren (eventueel met hulp van Onderwijscollectief of specialisten van het S(B)O) en hierop een programma te maken dat uitgevoerd wordt in de klas van het kind.

> Intensieve ondersteuning

Dit bestaat uit de basisaanpak met aanvullend aanbod vanuit methode (3x per week extra instructie-en oefentijd, 15-20 minuten). Er is sprake van lichte problemen bij een bepaald vak. De leerling scoort 2 keer achter elkaar een onvoldoende op zijn methode gebonden toetsen. Daarnaast wordt ook in de klas gezien dat de leerling moeite heeft met zijn werk. Er komt een aanvullend aanbod voor de leerling, naast de basisaanpak. Dit kan bestaan uit:

  • Verlengde instructie (de leerling krijgt na de groepsinstructie, een aangepaste instructie in kleinere stappen met extra feedback)
  • Extra tijd (de leerling krijgt meer tijd om zijn werk te maken)
  • Extra oefening (de leerling krijgt naast de basislessen extra werk om te oefenen met bepaalde onderdelen die hij moeilijk vindt)
  • Hulpmiddelen (de leerling krijgt ondersteunend materiaal).

Na 6 tot 8 weken is er een evaluatiemoment. Als er vooruitgang is, dan gaat de leerling terug naar basisaanpak. Er is weinig tot langzame vooruitgang, dan blijft de leerling in zorgniveau 2. Na 2 keer een periode in zorgniveau 2 met weinig of geen vooruitgang, gaat de leerling naar zorgniveau 3.

> Specialistische didactische ondersteuning

De specialistische ondersteuning bestaat uit diagnostisch onderzoek met plan van aanpak, naast methode extra interventie (3x per week 20 minuten begeleiding). De extra begeleiding vindt plaats onder schooltijd. De intern begeleider neemt een diagnostisch onderzoek af om te kijken wat het niveau van de leerling is en waar de problemen zich voordoen. Er wordt een plan van aanpak gemaakt door de interne begeleider samen met de leerkracht. In het plan van aanpak staan doelen met een aanpak. Na 6-8 weken wordt het plan geëvalueerd door de leerkracht en worden nieuwe doelen opgesteld. Als er sprake is van een duidelijke vooruitgang, dan gaat de leerling terug naar zorgniveau 2. Anders blijft de leerling in zorgniveau 3. Na 3 periodes van evalueren en geen vooruitgang, dan gaat de leerling naar zorgniveau 4. In de school is materiaal aanwezig voor diagnostisch onderzoek zoals Maatwerk, Barekatoetsen, citotoetsen en PI-dictee.

Binnen de CVB wordt de afweging gemaakt of de leerling in het intensieve of zeer intensieve aanbod valt.

3.4 Onderwijsresultaten

Gedurende de hele schoolloopbaan van uw kind worden er zogeheten onderwijsopbrengsten verzameld, gegevens op het gebied van zijn/haar didactische en emotionele ontwikkeling. Daarnaast volgt iHub onderwijs leerlingen tot twee jaar na het vertrek van school om na te gaan of de leerling op de juiste (vervolg)plek zit en om te beoordelen of de gekozen aanpak succesvol is gebleken. Leerlingvolgsysteem Leerresultaten op zowel didactisch als sociaal en emotioneel gebied worden bijgehouden in het leerlingvolgsysteem ParnasSys.

3.5 Trotsbox

Op de Gelinck School Oostvoorne werken wij met de Trotsbox. Dit is een portofolio voor kinderen waarin zij zelf hun leerprogramma en resultaten in de klas bijhouden. Dit gebeurt op allerlei manieren: aan de hand van leerdoelen (didactisch en pedagogisch), werk waar zij trots op zijn, hun persoonlijke toekomstdroom, toetsboekjes, CITO-resultaten, behaalde certificaten en het Ontwikkelings Perspectief Plan. Het doel hiervan is, dat kinderen meer zicht en regie krijgen op hun eigen leerproces.

Twee keer per schooljaar gaat de Trotsbox mee naar huis en een keer per schooljaar presenteren de kinderen hun Trotsbox aan hun ouders en de klas.

3.6 Opbrengsten en analyse (schooljaar 2023-2024)

1. Uitstroomniveau conform uitstroomperspectief OPP (leerlingniveau)

Einduitstromers

Analyse: Als we kijken naar bovenstaande gegevens kunnen wij concluderen dat wij de schoolnorm van 75% halen en het goed doen. In groep 6 stellen we de uitstroombestemming vast na overleg met de Commissie van Begeleiding en het klassenteam. We kijken naar de didactische ontwikkeling van de jaren ervoor en naar de huidige situatie van iedere leerling, waaronder de zogenaamde executieve functies: de denkprocessen in je hersenen die je helpen om je gedrag te sturen, doelen te stellen en deze te bereiken. Doordat we met meerdere disciplines kijken naar de ontwikkeling van iedere leerling en het ontwikkelingsperspectief vanuit daar vaststellen behalen we deze opbrengsten.

Tussentijds uitstromers

Bestemming tussentijdse uitstromers

Analyse: Zes leerlingen zijn tussentijds uitgestroomd. Drie zijn verhuisd naar een regio te ver van onze school en zijn naar so 4 scholen gegaan in Rotterdam, Den Haag en Dordrecht. Drie leerlingen zijn conform OPP uitgestroomd naar het regulier onderwijs: twee naar het SBO in Hellevoetsluis en een naar een po-school in Brielle.

Voor wat betreft de uitstroom naar regulier onderwijs is onze resultaatafspraak niet behaald. Het gestelde doel was 5% van de +/- 100 leerlingen: dit betekent dat er 5 leerlingen tussentijds hadden moeten uitstromen. Er zijn 3 leerlingen uitgestroomd. Dit betekent 3%.

2. Advies doorstroomtoets conform leerroute/ OPP

Er kan worden afgelezen dat er nog een verbeterslag te maken valt op het gebied van rekenen: maar liefst 42% behaalt het 1F niveau niet op het gebied van rekenen. Op het gebied van lezen behaalt 100% van de leerlingen het 1F niveau. Op het gebied van taalverzorging behaalt 42% het 1F niveau niet. Wij zullen deze gegevens analyseren om te kijken waar er actiepunten liggen. De schoolanalyse zal later worden toegevoegd wanneer deze klaar is.

Bestemming einduitstromers

*Opgemerkt moet worden dat er tevens voor twee vso Pro leerlingen geen plek was en zij in het schooljaar 2024 – 2025 in groep 9 op de Gelinck School Oostvoorne geplaatst zijn.

Analyse: In deze analyse beperken wij ons tot de 17 groep 8 leerlingen die uitgestroomd zijn. De leerlingen volgen tot groep 5 het basisaanbod conform de schoolstandaard vmbo BBL/KBL. Vanaf groep 6 werken de leerlingen op uitstroombestemming. De verwachting was dat in het schooljaar 2023 – 2024 100% van de leerlingen uit zou stromen naar een diploma gerichte leerweg, dit is 100% geworden. Tevens was de verwachting dat 50% naar regulier onderwijs uitstroomt, dit is 41% geworden.

3. Monitor Sociale Veiligheid op basis van leerklimaatonderzoek (LKO)

Analyse: Er hebben in schooljaar 2023-2024 twee leerklimaatonderzoeken plaatsgevonden: in het najaar 2023 en het voorjaar 2024.

Leerklimaatonderzoek najaar 2023:

De leerlingen geven goede tot zeer goede rapportcijfers voor de onderdelen van het leerklimaat. De leerlingen geven 'Wat je leert op school' en 'Regels in de klas' gemiddeld het hoogste rapportcijfer – net als bij de vorige meting. Op klassenniveau zijn soortgelijke rapportcijfers te zien, met als laagste een 6,7 ((ruim) voldoende) en als hoogste een 9,7.

Het gemiddeld rapportcijfer voor de hele school is een 8,4 en op Veiligheid een 8,7.

Leerklimaatonderzoek voorjaar 2024:

Uit de resultaten van huidig leerklimaatonderzoek komt naar voren dat de leerlingen van Gelinck School Oostvoorne tevreden zijn met het leerklimaat. Zij ervaren ondersteuning van de juf/meester, waarbij de leerlingen onder andere aangeven dat de juf/meester goed lesgeeft. Ook over de groei zijn de leerlingen positief en vinden ze dat ze leren van de dingen die ze doen op school. Daarnaast geven leerlingen aan dat de regels in de klas (en de consequenties) duidelijk zijn, hoewel volgens hen niet iedereen zich aan de regels houdt.

De scores op deze drie schalen (ondersteuning docent, groei en regels en normen) liggen iets hoger dan de referentiegroep. Wat betreft het verstorende gedrag in de klas, ervaren leerlingen dit als iets meer t.o.v. de vorige meting. Hoewel de score alsnog gelijk is aan de referentiegroep, komt naar voren dat er enigszins gescholden wordt en ruzie en lawaai gemaakt wordt in de klas. Volgens de leerlingen is ook de veiligheid van andere leerlingen iets minder t.o.v. de vorige meting.

Tot slot ervaren de leerlingen een iets hogere ouderbetrokkenheid dan bij de vorige meting, waar de stelling ‘Mijn ouders kennen de docent’ de hoogste score heeft (4,9).

Het gemiddeld rapportcijfer voor de hele school is een 8,3 en op Veiligheid een 8,4.

4. Bestendiging einduitstroom en tussentijdse uitstroom

We vinden het belangrijk goed contact te houden met ouders en met de scholen van uitstroom. De verwachting is dat de uitstroomgegevens moeilijker op te vragen gaan zijn in verband met de wet op de privacy en het gebrek aan contactgegevens van ouders.

Volgende pagina

4. Samenwerking tussen ouder(s)/ opvoeder(s) en de school

Lees verder