5. Resultaten

5.1 Tevredenheid

Het Meiberg College neemt jaarlijks een tevredenheidonderzoek af onder de ouders, leerlingen en medewerkers van de school. De resultaten van dit onderzoek geven de school informatie over de veiligheid op school, de kwaliteit van het onderwijs, de waardering voor de ondersteuning en de samenwerking tussen ouders en school. De resultaten vergelijken we jaarlijks met de uitslag van het vorige schooljaar. Op basis daarvan stellen we een verbeterplan op.

5.2 Certificering

iHub onderwijs voldoet aan de eisen die de kwaliteitsnormen voor Speciaal Onderwijs en Jeugdhulp (KSO en ISO) stellen. De onderzoekers gaven bij de certificering iHub onderwijs een compliment omdat wij in vergelijking met andere organisaties in het speciaal onderwijs en jeugdhulp opvallend goed:

  • actief zoeken naar een goede en veilige aanpak/omgeving voor leerlingen en cliënten.
  • zoeken naar wat leerlingen en cliënten wél kunnen. We geven jongeren het vertrouwen en zorgen dat ze diploma’s kunnen halen. Zo hebben ze een goede start om te participeren in de maatschappij en met meer zelfvertrouwen hun toekomst tegemoet te gaan.

Daar zijn we trots op!

5.3 Onderwijsinspectie

In schooljaar 2023-2024 heeft een herstelonderzoek plaatsgevonden, nadat in schooljaar 2022-2023 de school als 'zeer zwak' werd beoordeeld. Als team zijn we direct hard aan de slag gegaan met een Verbeterplan. Er zijn belangrijke stappen gezet en verbeterslagen gemaakt. Dit heeft de inspectie opgemerkt tijdens haar herstelonderzoek, waardoor het oordeel inmiddels een stapje is opgeschoven naar 'onvoldoende'. Binnen een jaar verwacht het Meiberg College weer op een 'voldoende' uit te komen.

5.4 Opbrengsten en analyse (schooljaar 2023-2024)

1. Uitstroomniveau conform uitstroomperspectief OPP (leerlingniveau)

Einduitstromers

Bestemming einduitstromers

Tussentijdse uitstromers

Bestemming tussentijdse uitstromers

2. Behaalde resultaten conform OPP

Het gaat hier om de leerlingen die door het behalen van certificaten dit jaar hun volledige diploma hebben behaald.

Herkansers: het aantal leerlingen dat door middel van een herexamen alsnog het volledige diploma heeft gehaald.

Op onze school is het uitgangspunt dat leerlingen hun diploma behalen in het eindexamenjaar. Alle leerlingen doen in het voorlaatste jaar examen in Engels en maatschappijleer; de overige vakken volgen in het laatste jaar. Alleen bij bijzondere omstandigheden, zoals langdurige ziekte of medische redenen, wordt hiervan afgeweken en kan een verder gespreid examen worden overwogen.

We kiezen nadrukkelijk niet voor een gespreid examen als standaard, omdat we zien dat dit vaak leidt tot een verlies aan structuur, minder overzicht en vooral: verminderde schoolaanwezigheid. En juist die aanwezigheid is essentieel voor succes. Leerlingen die regelmatig op school zijn, blijven beter betrokken, bouwen vaste routines op en profiteren van de begeleiding die op school wordt aangeboden. Afwezigheid onderbreekt het leerproces en verkleint de kans op een geslaagde afronding.

In het afgelopen jaar is 55% van de vmbo-t-leerlingen, 53% van de havoleerlingen en 36% van de vwo-leerlingen niet opgegaan voor een volledig examenpakket. Van de leerlingen die wél het volledige examen aflegden, slaagde het merendeel: 90% op vmbo-t, 82% op havo en 78% op vwo. Deze cijfers benadrukken dat een volledige en gestructureerde voorbereiding – mét een hoge mate van aanwezigheid – leidt tot betere resultaten.

Om die reden hechten we veel waarde aan een duidelijke examenstructuur, vaste voorbereidingsmomenten en een goede begeleiding in de aanloop naar het examen. Ook tijdens de periode tussen de schriftelijke en mondelinge examens zorgen we voor een actief programma dat leerlingen betrokken houdt.

Vanaf de onderbouw bereiden we leerlingen al voor op deze aanpak. Door het examen in Engels en maatschappijleer al in het voorlaatste jaar af te ronden, creëren we rust en ruimte in het examenjaar. Tegelijk leggen we van meet af aan de nadruk op aanwezigheid, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Dat zijn de voorwaarden om stap voor stap toe te werken naar het diploma – met vertrouwen, overzicht en succes.

Resultaten examens kernvakken per leerroute

Dit zijn alle leerlingen die examen hebben gedaan in dit vak. De leerlingen die gezakt zijn, zijn ook opgenomen in het gemiddelde cijfer.

Let op! Het gemiddelde cijfer is het cijfer van alle leerlingen die zijn opgegaan voor dit vak, zowel geslaagd als gezakt.

Toetsgegevens kernvakken:

Voor de havo en vwo 4 klas is de norm op of boven 2F.

In het schooljaar 2023-2024 hebben leerlingen op vmbo-tl-, havo- en vwo-niveau examen gedaan in de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde. De gemiddelde cijfers en slagingspercentages laten een genuanceerd beeld zien, met duidelijke verschillen tussen niveaus en vakken.

Voor Nederlands zijn de slagingspercentages respectievelijk 100% op vmbo-tl, 74% op havo en 64% op vwo. Daarmee blijft havo nipt onder de schoolnorm van 75%, terwijl vmbo-tl bovengemiddeld scoort. Het gemiddelde cijfer loopt van 6,4 (vmbo) tot 5,9 (vwo). Voor rekenen is alleen op vmbo-tl en havo examen afgelegd. In beide gevallen is 100% geslaagd, met een gemiddeld cijfer van 6,0.

Wiskunde laat de grootste spreiding zien. Op vmbo-tl is slechts 43% van de leerlingen geslaagd, wat ruim onder de norm ligt, met een gemiddelde van 5,3. Op havo slaagt 75% voor wiskunde a, met een opvallend stijgend gemiddeld cijfer van 6,2 ten opzichte van vorig jaar. Voor wiskunde b op havo is het beeld minder positief: 30% slaagt, ondanks een gemiddeld cijfer van 6,3. Op vwo ligt het slagingspercentage voor wiskunde a op 33%, terwijl 75% van de leerlingen wiskunde b haalt.

Deze resultaten laten zien dat de prestaties per leerroute en wiskundevariant sterk uiteenlopen. Wiskunde b op vwo en havo laat betere cijfers zien, maar ook hier blijven de slagingspercentages wisselend. Wiskunde op vmbo-tl en wiskunde a op vwo blijven belangrijke aandachtspunten. We blijven daarom inzetten op gerichte ondersteuning, met bijzondere focus op wiskunde en het verkleinen van niveauverschillen.

3. Resultaten sociaal-emotionele functioneren

Zien!vo resultaten

Resultaten op schoolniveau

Onderbouw – docentenvragenlijsten

Resultaten op schoolniveau

Bovenbouw – docentenvragenlijsten

Sociaal-emotionele ontwikkeling op school

Op onze school vinden we het belangrijk dat leerlingen zich niet alleen cognitief, maar ook sociaal en emotioneel goed ontwikkelen. Met het instrument Zien!vo brengen we dit in beeld. Zowel docenten als leerlingen zelf vullen vragenlijsten in, waardoor er ook ruimte is voor zelfreflectie. Voor veel jongeren is dit nog een leerproces, en we begeleiden hen daarin tijdens onder andere de mentorlessen.

In de onderbouw zien we dat de meeste leerlingen hun streefniveau behalen of zelfs overtreffen. Dat is een mooi resultaat. Tegelijkertijd zijn we voorzichtig met conclusies, omdat het invullen van de lijsten nog zorgvuldiger kan en we pas over langere tijd echt trends kunnen zien. Leerlingen scoren opvallend hoog op digitale vaardigheden, maar er zijn ook signalen van impulsief gedrag waar we volgend jaar extra aandacht aan geven.

In de bovenbouw worden de doelen minder vaak gehaald, vooral op het gebied van welbevinden en initiatief nemen. Niet alle vragenlijsten zijn volledig ingevuld, wat het beeld kan vertekenen. Toch nemen we de signalen serieus en zetten we in op betere begeleiding en zelfinzicht, zodat leerlingen steviger in hun schoenen staan richting vervolgonderwijs.

Mentoren krijgen ondersteuning bij het invullen en gebruiken van Zien!vo, en we blijven leerlingen helpen bij het ontwikkelen van hun zelfkennis en sociaal-emotionele vaardigheden. Zo zorgen we samen voor een veilige, ondersteunende leeromgeving.

Resultaten JIJ-toetsen '23-'24

Streefniveau voor klas 1 is 1F (eind basisschool) of hoger Streefniveau voor klas 2 is 1F-2F of hoger Streefniveau voor klas 1 is 1F-2F of hoger

Hoe scoren onze leerlingen op taal en rekenen?

We gebruiken op school de JIJ-toetsen om te kijken hoe onze leerlingen zich ontwikkelen op het gebied van taal en rekenen. Deze toetsen geven ons waardevolle inzichten: ze laten zien wat een leerling al goed kan, en waar nog extra ondersteuning nodig is. Zo krijgen we een completer beeld van de ontwikkeling van iedere leerling, naast de cijfers die ze voor hun vakken halen.

De resultaten laten zien dat er flinke verschillen zijn tussen leerlingen. Bij rekenen presteren veel leerlingen op het verwachte niveau. Bij leesvaardigheid en taalverzorging is dat iets minder het geval. Op het niveau dat past bij de havo-leerroute blijven veel leerlingen nog achter. Dat is opvallend, zeker omdat onze school gericht is op havo- en vwo-onderwijs.

Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor deze spreiding, zoals spanning bij toetsen of dat leerlingen nog moeten wennen aan dit soort metingen. Toch zijn deze toetsen belangrijk: ze helpen ons om tijdig te signaleren waar een leerling extra oefening of aandacht nodig heeft. Zo kunnen we beter inspelen op wat een leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen.

Kortom: de JIJ-toetsen zijn een belangrijk hulpmiddel voor de school om de leerontwikkeling van leerlingen goed te volgen, en om hen te begeleiden op een manier die écht past bij hun niveau en mogelijkheden.

4. Monitor Sociale Veiligheid op basis van leerklimaatonderzoek (LKO)

Hoe voelen leerlingen zich op school?

De afgelopen jaren hebben we als school hard gewerkt aan een prettige en veilige leeromgeving voor al onze leerlingen. Uit de jaarlijkse monitor Sociale Veiligheid blijkt dat die inspanningen hun vruchten beginnen af te werpen.

Leerlingen geven onze school in 2023-2024 een hogere score voor veiligheid dan in de jaren ervoor. Waar het cijfer vorig schooljaar nog een 5,6 was, is dat dit jaar gestegen naar een 6,3. Dat laat zien dat we op de goede weg zijn. Initiatieven zoals het Studieplein en Pitstop, die rust en structuur brengen in de schooldag, dragen daar duidelijk aan bij.

Hoewel de resultaten laten zien dat we nog niet op het gewenste niveau zijn, zijn er duidelijke verbeteringen zichtbaar. Leerlingen voelen zich beter ondersteund door docenten en ervaren de school als iets veiliger dan in voorgaande jaren. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.

Er zijn ook aandachtspunten. Zo geven leerlingen aan dat de regels in de klas en de manier waarop er met elkaar wordt omgegaan nog beter kunnen. Ook willen we graag samen met leerlingen kijken naar hoe we de leeromgeving – zoals het lokaal – gezelliger en fijner kunnen maken. Daarom gaan we hierover met hen in gesprek, onder andere via de leerlingenraad en de GSA. We vinden het belangrijk dat leerlingen zich gehoord voelen en dat ze mee kunnen denken over hun eigen schoolomgeving.

Kortom, we zien mooie stappen vooruit als het gaat om veiligheid en sfeer op school. We blijven luisteren naar onze leerlingen en samen werken aan een plek waar iedereen zich welkom, veilig en gezien voelt.

5. Bestendiging einduitstroom en tussentijdse uitstroom

Hoe gaat het met onze oud-leerlingen?

We vinden het belangrijk om ook na vertrek van onze leerlingen te weten hoe het met ze gaat. Daarom volgen we hen nog één en twee jaar na het verlaten van school. Dit geeft ons inzicht in hoe goed onze begeleiding richting vervolgonderwijs of werk aansluit bij wat leerlingen nodig hebben.

We zijn blij dat het merendeel van onze leerlingen die hun schooltijd bij ons afronden, op de plek van uitstroom blijven en zich daar goed lijken te voelen. Ongeveer twee derde van deze leerlingen zit een of twee jaar later nog steeds op dezelfde plek, wat betekent dat hun overstap meestal goed verloopt.

Wel zien we dat we van een deel van de leerlingen, met name bij tussentijdse uitstroom, niet goed weten waar ze terecht zijn gekomen. Dat vinden we jammer, want we willen graag iedereen blijven volgen en leren van hun ervaringen. Dit benadrukt het belang van goede nazorg en contact na uitstroom.

Onze inzet blijft erop gericht om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een passende vervolgplek, of dat nu school, werk of een andere vorm van dagbesteding is. We blijven onderzoeken hoe we tussentijdse uitstroom kunnen voorkomen én hoe we beter kunnen volgen hoe het onze oud-leerlingen vergaat. Zo zorgen we samen voor een sterke, veilige overstap naar de toekomst.

Volgende pagina